Een onafhankelijke vereniging die kennis over, en dialoog met, China als doelstelling heeft.

Oude en nieuwe legenden van Stone Town

Angela Heping

Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het eerst hoorde over Stone Town in Baoshan County, dat deel uitmaakt van de regio Lijiang, maar het stond al lang op mijn lijstjeen zomer 2024 was het dan zo ver. Het is een dorp dat op magische wijze gedrapeerd ligt op de top van een natuurlijke rots aan de Jinsha-rivier. Onduidelijk is of deze plaats zijn naam dankt aan de voornamelijk uit steen gebouwde huizen, of vanwege de ligging op een rots. Het ligt 110 km ten noorden van Lijiang, maar laat je niet misleiden door de afstand: reken zeker op vier uur over eindeloos kronkelende bergwegen.

 

 

De rit met uitzicht op prachtige bergen en panorama’s, kwam ten einde op een smalle parkeerplaats. Van het legendarische Stone Town nog niets te bekennen. Ik vervolgde lopend de weg omhoog, de ongelijke stenen trap op, voor mij twee oude mannen en hun lastdieren; een ezel en een paard. Het was al middag, de zon hoog aan de hemel, maar een dicht gebladerte van oude bomen zorgde voor schaduw langs het pad. Op een kruispunt kwamen we nog een paar ezels tegen. Deze verkeersopstopping gaf me een moment om het zweet van mijn gezicht te vegen. En daar zag ik door de bladeren heen, hoog boven mij, het dorp tegen een steile rots aangeplakt. Na nog een hele reeks bochten verscheen plots een open plein met een stenen poort en een monumentaal stenen bord met de plaatsnaam.

Een vriend van het LUX Hotel was zo vriendelijk om ervoor te zorgen dat Madame Zhang, de manager van het hotel, mij zou ophalen. Ondanks de bewegwijzering had ik zonder haar toch eenvoudig kunnen verdwalen in de wirwar van straatjes. Het dorp is  alleen langs de oostkant van de rots gebouwd en wordt aan drie zijden begrensd door steile kliffen. Zodoende is het alleen toegankelijk via het stenen pad. Met een bevolking van enkele honderden mensen, allen van de Naxi-stam, heerste er een weldadige stilte.

Toen ik eindelijk het boetiekhotel bereikte, onderdeel van de Tea Horse Road-serie van LUX, was ik uitgeput van de hitte. Een koude handdoek en een glas gekoeld drankje waren dan ook zeer welkom. Zittend op de kleine binnenplaats vertelde Madame Zhang mij het verhaal van haar dorp. De stad werd rond 500 na Christus gesticht door de Naxi-stam, maar kreeg echt vorm toen het in het begin van de 13e eeuw volgens een ingenieuze lay-out werd gebouwd. De Naxi-boeren bouwden irrigatiesystemen, bewerkten het land op de steile hellingen langs de Jinsha-rivier en maakten de stad zo zelfvoorzienend. Dankzij de geografische locatie was het dorp goed verdedigbaar en zelfs in oorlogstijd  veilig, waardoor de samenleving gestaag kon groeien en bloeien. De geïsoleerde ligging betekende ook dat het dorp lange tijd onveranderd bleef.

Een beroemd verhaal vertelt over Kublai Khan die met zijn leger de rivier overstak dicht bij de plek waar nu Stone Town is, toen hij vanuit Sichuan Yunnan binnenviel. Zoals we allemaal weten was hij de kleinzoon van Genghis Khan, de eerste keizer en grondlegger van de Yuan-dynastie. Om deze geschiedenis te eren, wordt de pas Prince Pass genoemd  en loopt er een pad vanuit Stone Town naartoe. 

De eetkamer had een prachtig uitzicht over de Jinsha rivier en de terrasvormige velden. De gerechten op tafel waren een bio-feest: groenten en fruit uit nabijgelegen velden, ook het vlees was lokaal; alles van boer tot bord. Twee keer zo lekker als een michelinsterren restaurant en zonder de pretenties. Madame Zhang bleek een fantastische chef-kok te zijn en vertelde me over haar jeugd en hoe blij ze waren toen in 2012 eindelijk de lichten aangingen. Vroeger was het een reis van zes dagen naar Lijiang, in plaats van de huidige vier uur. Een groot deel lopend, soms meeliftend op een tractor en het laatste stuk met de bus. In de jaren tachtig leerde een jonge man uit het dorp Engels en begeleidde westerse backpackers tijdens wandelingen in de omgeving. Vanaf het dichtstbijzijnde dorp waar toen de bus stopte was het een hele dag lopen naar Stone Town. Ze sliepen in hun slaapzakken op de binnenplaats van het huis van de gids, meestal met 40-50 mensen in een groep. De tocht ging dan door naar Prince Pass, de rivier over en naar Lugu Lake. Dit deed me denken aan mijn driedaagse wandeling in Tiger Leaping Gorge zo’n twintig jaar geleden, waar ik soortgelijke ervaringen had.

 

Toen we over de ‘van boer tot bord beweging’ te spreken kwamen, bleek Madam Zhang zaadveredelaar te zijn. In deze hoedanigheid is ze actief in het ‘China Farmers Seed Network’, dat in 2013 als NGO werd opgericht met de steun van de Chinese Academie voor Landbouwwetenschappen. Deze organisatie werkt in meer dan 30 plattelandsgemeenschappen in 10 provincies in het hele land en zet zich in voor conservering van zaad en duurzaam gebruik door lokale gemeenschappen. Ze is in Peru en Mexico geweest om ervaringen uit te wisselen met specialisten van over de hele wereld en bracht zaden mee om nieuwe soorten te kweken. Ik prijste mij gelukkig met mijn  veelzijdige en interessante gids.

Na de lunch bezochten we het dorpshoofd. Zijn vrouw droeg het traditionele Naxi-kostuum met ster- en maanpatronen op de rug. Het huis had een oude tuin, volledig opgetrokken uit zware steen. Ook het bed, het fornuis en de rijststamper waren van steen gemaakt. Een voor mij onbekend voorwerp bleek een voorganger van de zwemband te zijn: Een ballon van schapenvacht, in de vorm van een zadel. Om te blijven drijven moest er voortdurend lucht in geblazen worden. Het zou gebruikt zijn door het leger van Kublai Khan. Dát was ongelooflijk.

Het LUX-hotel combineert de oude manieren van de Tea Horse Road met moderne gastvrijheid. Afternoon tea werd geserveerd op het terras, waar het oude en nieuwere Stone Town zichtbaar waren, met uitzicht op de Jinsha rivier. Ik dronk koffie die gemaakt werd door een grappige lokale Naxi-barista, en luisterde naar zijn levensverhaal. Een oude dame, die in het huis naast het terras woonde, zat in de schaduw en keek ons nieuwsgierig en zwijgend aan. Ik begon gesteld te raken op het Naxi-volk, net zoals Joseph Lock, de in Oostenrijk geboren Amerikaanse avonturier die meer dan twintig jaar onder het Naxi-volk leefde.

Ook nam Madame Zhang mij mee naar de toren, het hoogste punt van de stad. Het uitzicht was spectaculair: adelaars zweefden door de lucht, wolken wierpen bewegende schaduwen over de terrasvormige velden en dorpen, en bergen die de horizon vulden met eindeloze plooien langs de rustig bewegende Jinsha-rivier. Ze wees naar een dorp met witte huizen, gelegen op een groot aantal maïs-terrassen, en vertelde me dat ze daar woonde. Het leek behoorlijk ver weg zonder te zien hoe de wegen met elkaar verbonden waren. Voor haar was het een wandeling van veertig minuten door deze prachtige natuur.  

Bij ons afscheid vroeg ik haar: “Wat is eigenlijk de connectie tussen jou en LUX Hotel?” Ze glimlachte en vertelde me dat LUX dit huis had gekocht en gerenoveerd tot een boetiekhotel. Vanwege haar reputatie als ‘Maïs Moeder’ werd zij gevraagd om haar baan te combineren met werkzaamheden voor het hotel. Deze passie voor geboortedorp en liefde voor het land raakten mij op de een of andere manier meer dan het prachtige landschap. Mensen zoals zij zijn de ware zielen van de oude stad, die deze nieuw leven inblazen met hun vasthoudende en continue harde werk. Oude en nieuwe legendes verstrengelen zich en spelen